Je bent hier : Home >> Een aansporing tot Liefde

De ware geluk

Hoe Jezus ons het geluk voorstelt:

1. Als Woord in het Oude Testament

«Leven en dood houd ik u voor, zegen en vloek.
Kies dan het leven,
dan zult gij met uw nakomelingen het leven bezitten,
door de Heer uw God te beminnen, naar Hem te luisteren
en aan Hem gehecht te blijven;
want dààr is het leven…
» (Deut.30,19-20)

«Zozeer heeft God de wereld liefgehad
dat hij zijn Zoon in de wereld heeft gezonden.
Al wie in hem gelooft heeft het eeuwige leven…
» (Joh.4)

2. De verrezen Christus aan Josefa




God heeft de mens geschapen uit liefde. Hij heeft hem op de wereld gezet in zulke omstandigheden, dat niets hier beneden aan zijn geluk kon ontbreken, in afwachting van de eeuwige gelukzaligheid.
Nochtans, om daar recht op te hebben, moest hij de zachte en wijze wet, opgelegd door zijn Schepper, onderhouden.
Maar de mens, ontrouw aan deze Wet, werd zwaar ziek…

Daarom kom ik u geregeld, doorheen de eeuwen, bezoeken om u te leren wie ik ben en welke mijn wet is. Wees niet bevreesd ! Het is een wet van Liefde !...
En als ge mij zult kennen, zult ge vrede vinden en geluk. Het is droevig te moeten leven als wezen : kom, mijn kinderen, kom tot uw Vader.

Josefa, laat ons naar die arme zielen gaan die mij vervolgen omdat ze mij niet kennen. Ik wil hen zeggen wie Ik ben en wie zij zijn :

  • Ik ben uw God en uw Vader ! Uw Schepper en uw Verlosser ! Gij, Ge zijt mijn schepselen, mijn kinderen, mijn vrijgekochten ook, want het is ten koste van mijn leven en van mijn eigen bloed dat ik u bevrijd heb van de slavernij en de tirannie van de zonde.
  • Gij hebt een grote ziel, onsterfelijk en geschapen voor een geluk zonder einde, een wil om het goede te doen, een hart dat nood heeft aan liefde en liefde wil schenken…
  • Indien ge in de aardse en kortstondige goederen het stillen van uw verlangens zoekt, zult ge altijd honger hebben en zult ge nooit het voedsel vinden dat verzadigt. Ge zult voortdurend in strijd leven met uzelf, droevig, onrustig en verward.
  • Indien ge arm zijt en het werk uw broodwinning is,zal de ellende van het leven u vervullen met bitterheid. Ge zult in u de haat tegen uw meesters voelen opkomen en misschien zelfs zo ver gaan om hun ongeluk te wensen, opdat ook zij, zoals gij, onderworpen zouden worden aan de wet van de arbeid.Ge zult de ontmoediging,de opstandigheid, de wanhoop zelfs op u voelen wegen,want het leven is triestig en uiteindelijk moet men sterven ! …Ja, menselijk gezien is dat alles heel zwaar !

Maar zie, ik kom u een leven tonen in een gans andere realiteit dan wat ge ziet:

  • Gij die verstoken zijt van de goederen der aarde en verplicht zijt te werken afhankelijk van een meester om aan uw noden te kunnen voldoen, gij zijt nochtans geen slaven, maar geschapen om vrij te zijn…
  • Gij die de liefde zoekt en nooit verzadigd zijt, gij zijt geschapen om lief te hebben, niet wat kortstondig is, maar wat eeuwig is.
  • Gij die zó houdt van uw familie en haar welzijn en geluk hier op aarde moet verzekeren, in zoverre het van u afhangt, vergeet niet dat als een dag de dood er u van scheidt, het slechts tijdelijk zal zijn…
  • Gij die een meester dient en er moet voor werken, hem moet beminnen en respecteren, zijn belangen moet behartigen door uw werk en uw getrouwheid, vergeet niet dat deze meester slechts uw meester is voor enkele jaren, want het leven gaat vlug voorbij en geleidt u daar waar ge geen werklui meer zult zijn, maar koningen voor de eeuwigheid...
  • Uw ziel, geschapen door een Vader die u liefheeft, niet met om het even welke liefde maar met een immense en eeuwige liefde, zal een dag, in het oord van het geluk zonder einde, die de Vader u bereidt, het antwoord vinden op al uw noden.
  • Dààr zult ge de beloning vinden voor het werk waarvan ge hier beneden de last zult gedragen hebben…
  • Dààr zult ge de familie vinden waarvan ge op aarde zó hebt gehouden en voor wie ge in het zweet van uw aanschijn hebt gewerkt.
  • Dààr zult ge eeuwig leven, want de aarde is niets anders dan een schaduw die verdwijnt en de hemel zal nooit voorbijgaan !
  • Dààr zult ge u verenigen met uw Vader, die uw God is !
    Als ge maar wist welk geluk u te wachten staat !

Maar terwijl ge naar mij luistert zult ge misschien zeggen:

“Ik heb het geloof niet ! Ik geloof niet in het andere leven !.”

Gij hebt het geloof niet ?..Waarom dan, indien ge in mij niet gelooft, vervolgt ge mij?...Waarom komt ge in opstand tegen mijn wetten en voert ge oorlog tegen wie mij liefhebben?...En, aangezien ge voor uzelf de vrijheid wilt, waarom laat ge die ook niet aan de anderen?

Gij gelooft niet in het eeuwige leven ?.. Zeg mij eens of ge hier op aarde gelukkig zijt en of gij zelf niet de nood gevoelt aan iets wat ge op deze aarde niet kunt vinden ?

  • Indien ge het plezier zoekt en erin slaagt het u te verschaffen, zijt ge toch niet verzadigd…
  • Indien ge rijkdom wilt vergaren en ge slaagt in uw opzet, ge hebt nooit genoeg…
  • Indien ge nood hebt aan genegenheid en ge die op een dag krijgt, weldra hebt ge er genoeg van…

Neen ! Niets van dat alles verlangt gij !...Wat ge verlangt zult ge zeker hier beneden niet vinden ! Want wat gij nodig hebt is de vrede,niet de vrede van de wereld maar deze van de kinderen van God, en hoe zoudt ge die kunnen vinden in de schoot van de opstandigheid !...

Daarom kom ik u tonen waar deze vrede is,waar ge het geluk zult vinden, waar ge deze dorst, die u al zolang kwelt, kunt lessen.

Kom niet in opstand als ge mij hoort zeggen:dat alles zult ge vinden in de vervulling van mijn wet; neen schrik niet van dat woord, mijn wet is geen tirannieke wet, het is een wet van Liefde. Ja, mijn wet is een wet van Liefde omdat ik uw Vader ben.

Ik kom u leren wat deze wet inhoudt en hoe mijn Hart is, dat u deze wet geeft, dit Hart dat ge niet kent en dat ge zo dikwijls kwetst ! Gij zoekt mij om mij ter dood te brengen en ik zoek u om u het leven te geven ! Wie van de twee zal zegevieren?

En uw ziel, zal ze altijd zó hard blijven als ge Hem aanschouwt die u zijn Leven en gans zijn Liefde heeft gegeven ?



Aan iedereen kom ik zeggen:

  • Als ge het geluk wilt, ik ben het
  • Als ge de rijkdom zoekt, ik ben de oneindige rijkdom
  • Als ge de vrede verlangt, ik ben de vrede. Ik ben de Barmhartigheid en de Liefde !


“Help mij, Josefa, help mij mijn Hart bekend te maken aan de mensen ! Ik heb hen gezegd dat ze tevergeefs het geluk zoeken buiten mij, ze zullen het daar niet vinden… Lijd en bemin, want wij moeten de zielen veroveren !”

De Heer zal er vreugde in vinden u gelukkig te maken, zoals Hij dat ook bij uw voorouders deed.” (Deut. 30,9)

 
Plan du site   Haut de page